Je hebt eindelijk vakantie, de zon schijnt, het uitzicht is adembenemend en je camera ligt klaar. Je klikt erop los en denkt: dit wil ik nóóit meer vergeten. Maar dan ben je weer thuis, scrolt door je foto's en denkt: huh? Waarom is dit zo donker, wazig of gewoon saai? Herkenbaar? Met een paar simpele aanpassingen kun je dat dus voorkomen. Zo leg je je vakantie echt vast zoals je hem beleeft. Wat aan te raden is, is een digitale camera kopen, zodat je net even wat meer dingen kunt instellen op je camera.
Ga vroeg uit bed voor zonsopgang
Het is misschien niet het eerste waar je zin in hebt op vakantie, maar vroeg opstaan loont. In de ochtend is het licht veel zachter en warmer, en dat zie je terug op je foto’s. Geen harde schaduwen onder iemands neus, geen samengeknepen ogen omdat de zon recht boven je staat. Gewoon mooi, warm licht dat je foto’s meteen een fijne sfeer geeft. En bonus: je hebt minder toeristen in beeld.
Liever even bukken dan een dertien-in-een-dozijn foto
Iedereen maakt foto’s op ooghoogte. Dus als je net iets anders wilt dan de standaard kiekjes, doe dan eens wat extra moeite. Ga op je hurken, klim ergens op of zoek een andere hoek. Door te spelen met perspectief met een camera
zoals de Sony ZV E10 maak je een foto ineens veel spannender. Denk maar eens aan een kind dat vanaf de grond naar een gebouw kijkt, of juist het uitzicht vanaf een hoger punt in de stad. Dat verschil is goud waard.
Houd het rustig
Een rommelige achtergrond kan een goede foto verpesten. Let er dus op wat er allemaal in beeld komt. Soms helpt het al om één stap opzij te zetten. Zoek een rustige muur, een mooi stukje strand of simpelweg een plek waar niet iedereen tegelijk probeert de Eiffeltoren te vangen. Zo komt jouw onderwerp beter tot z’n recht en wordt de foto meteen rustiger en duidelijker.
Compositie maakt of breekt je foto
Het klinkt ingewikkeld, maar het is eigenlijk heel simpel: verdeel je beeld in negen vlakken (zoals een boter-kaas-en-eieren-bord) en plaats je onderwerp niet in het midden, maar juist op één van de snijpunten. Dat voelt natuurlijker aan voor het oog. Veel telefoons hebben een raster dat je aan kunt zetten in de camera-instellingen. Superhandig, want dan hoef je zelf niet te gokken.
Houd je camera (of telefoon) goed vast
Een wiebelige hand is de grootste vijand van een scherpe foto. Dus: twee handen, stevig staan en rustig ademen. Als je echt een stabiel beeld wilt, gebruik dan een klein statief of zet je telefoon ergens tegenaan. Zelfs een selfiestick kan helpen. En ja, dat ziet er misschien een beetje toeristisch uit, maar hé, je krijgt er wél een scherpe foto voor terug.
Een beetje bewerken mag best
Als je dan die mooie foto hebt, geef 'm dan net even dat laatste beetje extra. Speel met het contrast, zet de kleuren iets aan of haal een storend detail weg. Er zijn genoeg simpele apps voor op je telefoon waarmee je dit in een paar tikken doet. En nee, dat is niet valsspelen. Het is gewoon zorgen dat je foto eruitziet zoals jij het op dat moment hebt ervaren.
Vakantiefoto’s waar je blij van wordt
Het hoeft allemaal niet perfect. Het belangrijkste is dat jij er blij van wordt. Dus leg de lach vast van je kinderen op het strand, de warme gloed van de avondzon op een terrasje of dat bord pasta waar je weken over droomt. Want dát zijn de foto’s waar je later het vaakst naar terugkijkt.